De zomervakantie hebben we dit jaar gebruikt om met de auto Slovenië te ontdekken. Voor veel Nederlanders een onbekend land, al snel komen we erachter dat dit maar relatief is. Voor vertrek reageren veel mensen verbaasd zodra je verteld naar Slovenië op vakantie te gaan. Een enkeling kent het van een doorreis naar Kroatië en het gros weet niet waar het ligt. Gedurende ruim twee weken hebben we diverse regio’s in het land bezocht, uiteindelijk komen we tot de conclusie dat het een klein land is met prachtige diversiteit qua landschap.
Ljubljana, de hoofdstad
We beginnen onze reis in de hoofdstad Ljubljana, een vreselijke naam om uit te spreken, ondanks dat een prachtige stad om een aantal dagen te vertoeven. Als je de naam snel uitspreekt valt het overigens wel mee.
We ruilen onze ruime 4 persoonstent in voor een kleiner exemplaar waar we slechts plaats hebben om te slapen. Omdat er geen campings rondom het centrum zijn hebben we gekozen om een tent bij Borut te boeken via AirBnB. Een prima uitvalsbasis op loopafstand van het centrum.
Het oude centrum van Ljubljana bevind zich langs de oevers van de rivier die centraal door de stad loopt. Aan de westkant van de rivier vind je Ljubljana Castle en aan de oostzijde het centrale plein met het standbeeld van France Prešeren, een bekend figuur in de historie van Slovenië.
Over de Ljubljanica liggen vele bruggen, ieder met zijn eigen betekenis en sommigen meer origineel dan de ander. Zo claimt men dat het oorspronkelijke idee van de ‘Liefdesbrug’ uit Slovenië komt en niet uit Parijs. Al had men dan wel kunnen kiezen voor een meer passende naam, Butchers Bridge is niet bepaald romantisch.
We zijn in totaal twee nachten in Ljubljana, de tussenliggende dag gebruiken we om een vrij algemene tour te volgen met de mensen van Free Tours of Ljubljana. Eerder maakten we gebruik van eenzelfde concept in Londen. Op het afgesproken tijdstip meld je jezelf op de verzamelplaats, in dit geval op het centrale plein. Vervolgens betaal je achteraf aan de hand van wat je de tour waard vond.
Na de tour bezoeken we Ljubljana Castle wat je na een beklimming een mooi uitzicht over de stad geeft. Je hoeft dit overigens niet te voet te doen, er is ook een treintje wat je binnen enkele minuten de klim bespaart, de benenwagen is echter gratis.
De Open Food Market is een aanrader voor wie op zoek is naar iets culinairs. Iedere vrijdag staat deze markt gevuld met lokale restaurants die hun producten onder de aandacht brengen. Op een steenworp afstand van de kathedraal kun je hier naar hartelust eten en drinken.
Het minder bekende Zuid-Oosten
De hoofdstad van Slovenië kent iedereen wel bij naam, ook al is de naam nog zo lastig uit te spreken. Het Zuid-Oosten van Slovenië is minder bekend. De camping die wij bezochten zat in het weekend vol met Slovenen, na het weekend vond je er naast ons nog een klein aantal andere toeristen.
De Bela Krajina regio staat bekend om de Kolpa rivier die Kroatië scheidt van Slovenië. Aan de andere kant van de rivier sta je dus zo in Kroatië.
Naast dat de Kolpa een grens is tussen buurland Kroatië, is het ook een aangename rivier om in te zwemmen. De watertemperatuur kan oplopen tot boven de 25 graden in de zomer en staat niet voor niets bekend om de warmste rivier van het land. Met 30 graden op de thermometer is het aangenaam vertoeven.
In de Bela Krajina regio hebben we diverse plaatsen bezocht die op ons lijstje stonden. Na wat zoekwerk kwamen we erachter dat het begin van de Kolpa rivier vlakbij onze camping te vinden was. Na een wandeltocht door de omgeving kwam we uit bij deze bron.
Over de Bela Krajina regio, of de andere provincies aangrenzend, vind je niet veel informatie wanneer je dit vergelijkt met de hoofdstad of andere meer bekende regio’s. Het maakt de tijd die we er doorgebracht hebben niet minder mooi, het zoekwerk is wat lastiger.
Izola
Het kuststadje Izola ligt in de gelijknamige provincie en is meer toeristisch dan de voorgaande Bela Krajina regio. De provincie herbergt drie plaatsen aan de Sloveense kust, naast Izola vind je ook Portoroz en Piran in de provincie. Koper ligt ook aan de Sloveense kust echter voor toeristen niet interessant vanwege het industriële karakter. Veel meer kan de kust in Slovenië niet herbergen omdat er met 46 km slechts 2 cm kust beschikbaar is per Sloveen, aldus Borjan (gids in Ljubljana).
Naast het bezoeken van de mediterrane plaatsjes aan de kust wilden we ook graag een kijkje nemen bij Parco Naturale delle Saline di Sicciole. Ofwel, de zoutpannen nabij Piran waar een groot deel van het jaar zout gewonnen wordt door het verdampen van het zeewater.
Naast het bekijken van de zoutpannen waarin diverse stadia van zoutwinning te zien zijn is er ook een uitgebreide uitleg te vinden over het park. Je kunt er leren over de geschiedenis van de zoutpannen én je ziet hoe de zoutwinning in zijn werk gaat. Uiteraard is er ook de mogelijkheid om diverse producten te kopen die op de zoutvlakten gemaakt zijn.
Één van de andere hoogtepunten in deze regio was ons bezoek aan de Fonda Fish Farm. We wilden dit graag bezoeken omdat we begrepen hadden dat het de moeite waard was. Een aanrader hierbij zijn proeverijen achteraf die voor je neus bereid worden van verse Fonda zeebaars.
Allereerst kregen we uitleg van één van de leden van de familie die al generaties lang de boerderij beheren. In goed verstaanbaar Engels en met prachtige foto’s geeft hij uitleg over het vier jaar durende proces om een zeebaars te kweken.
Na de presentatie aan wal worden we meegenomen per boot om de gigantische netten met ieder duizenden vissen te bekijken. Eenmaal terug aan wal wordt er een selectie aan visproducten klaargemaakt die dit bezoek absoluut de moeite waard maken.
Bled
We ontkomen bijna niet aan een bezoek aan de omgeving van Bled. Wanneer je een (digitale) zoektocht start naar informatie over het land dan is één van de eerste beelden die je tegenkomt het beroemde kerkje op het eiland in het meer van Bled. Volgens onze Sloveense gids is dit eiland ook het enige eiland dat Slovenië telt.
We combineren het bezoek aan Bled met een bezoek aan Bled Castle, het kasteel op de berg nabij het gelijknamige dorpje. We waren in de veronderstelling dat dit één van de weinige plaatsen was vanwaar we een uitzicht zouden hebben op het meer. Later leerden we dat dit niet het geval was. Mocht je Bled gaan bezoeken, houd er dan rekening mee dat je daar niet de enige toerist bent. Massa’s mensen komen jaarlijks richting Bled. Nederlands zijn uitermate goed vertegenwoordigt, circa 75% van de kampeerders op Camping Sobec is Nederlands!
Gelukkig is er in dezelfde regio meer te zien en te beleven dan een bezoek aan het beroemde meer. Ongeveer 30 minuten rijden naar het westen vind je het meer van Bohinj. Ook in dit meer kun je prima zwemmen, een frisse duik is met 30 graden af en toe wel op zijn plaats.
Het meer van Bohinj is goed te zien vanaf Mount Vogel, in het hart van het Triglav gebergte. Voordat we hier naar boven zijn gegaan hebben we een bezoek gebracht aan één van de watervallen in de omgeving, namelijk Slap Savica. Slap is waterval in het Sloveens, handig om te weten want niet overal staan Engelse vertalingen bij.
In de buurt van dit meer vind je skiresort Mount Vogel, met een lift die aardig aan de prijs is kun je naar de top van de berg. Eenmaal boven heb je een prachtig uitzicht over het meer van Bohinj. Te voet de berg bestijgen kan uiteraard ook.
Vlakbij dit punt gaan regelmatig paragliders de lucht in. Op de dag dat wij deze omgeving bezochten waren de omstandigheden blijkbaar gunstig en hebben we ons enige tijd zitten vergapen aan deze bijzondere sporters.
Op ons lijstje stond ook één van de meest pittoresk gelegen kerken van Slovenië. Om die reden waarschijnlijk ook het meest gefotografeerd. Op een klein uur rijden vanaf onze camping vonden we dit kerkje in het plaatsje Jamnik. Wees voorbereid op de bochtige weg naar de plaats van bestemming!
We hadden gehoopt om een zonsondergang ten tijde van ons bezoek aan dit kerkje, helaas kregen we er een wat grijzige wolkenlucht voor terug. Gelukkig is er Adobe Lightroom om de nevel te verwijderen en zodoende wat contrast aan te brengen in de foto.
Voor ons vertrek naar onze volgende regio bezoeken we Vintgar Gorge vlak bij Bled. De kloof is een bijzondere plaats en is sinds 1893 toegankelijk gemaakt voor een voetpad van het begin tot het einde van de kloof, in totaal 1,6 km. De rivier Radovna stroomt door de kloof en heeft deze uitgesleten.
Soča Vallei
De laatste regio die we tijdens onze reis naar Slovenië bezocht hebben in de regio rondom de bekende smaragdgroene Soča rivier (spreek uit: Sotsja). De rivier stroomt door de gelijknamige vallei en kent ook een gelijknamige wandelroute, namelijk de Soca Trail.
De regio kenmerkt zich door de vele plaatsen waarop je een prachtig uitzicht hebt over de rivier alsmede de activiteiten die je op dergelijke plaatsen kunt ondernemen. Door de weinige regenval leek raften op de rivier ons niet bepaald een uitdaging dus dit hebben we overgeslagen.
Wel hebben we in de omgeving diverse watervallen opgezocht. De bekende watervallen zijn drukbezocht. Het voordeel hiervan is de duidelijke bewegwijzering, voor de minder bekende watervallen geld het tegenovergestelde.
Op een steenworp afstand vanaf onze camping vinden we Velika Korita. Een kloof van circa 750 meter lang die op verschillende punten ruim 15 meter diep is. Je hebt er vanaf diverse plaatsen een prachtig uitzicht op het typerende water van de rivier. Enigzins gevaarlijk is het ook wel want je kunt zonder al te veel moeite zó de kloof in. Respect voor degene die kiezen om te zwemmen in de rivier, het water is maar ongeveer 10 graden!
Op de laatste dag in de vallei maken we een uitstapje naar Italië. Via de Vrsic berpas rijden we via Zelenci naar Lago di Fusine. Twee bergmeren net over de grens met Italië. We kiezen ervoor om rond te rijden en op de terugweg Mangart Road te rijden, de hoogste weg in Slovenië waar je met de auto kunt komen. De afstand tussen de genoemde plaatsen is hemelsbreed niet erg groot, de tussenliggende bergen zorgen voor wat meer kilometers.
Het duo bergmeren wat men Lago di Fusine noemt bestaat uit een lager gelegen meer en een wat hoger gelegen meer. In het Italiaans: Lago Inferiore en Lago Superiore. Zonder vooraf veel informatie opgezocht te hebben zijn we begonnen aan de ronde om het onderste meer en halverwege kwamen we bewegwijzering tegen om richting het bovenste meer te lopen.
We rijden via de SS54 terug richting Slovenië en besluiten deze dag met een beklimming van de Mangart, uiteraard met de auto. Rondom de eerder bezochte bergmeren in Italië heb je een uitzicht op deze berg. Na het betalen van 5 euro tol mogen we verder de Mangart op, we worden gewaarschuwd voor rotsblokken die eerder die week de weg hebben geblokkeerd. Inmiddels is de weg weer open en we kunnen naar boven. De weg zelf is een single-track zoals we die eerder ook in Schotland en Engeland tegenkwamen. Destijds hadden we het voordeel van een motorfiets.
Met een bezoek aan Lago di Fusine en Mangart komt onze reis naar Slovenië tot een einde. We trekken samen de conclusie dat het een klein en toch ontzettend divers landschap is. Mocht je er niet geweest zijn dan is het land met zijn diverse natuur een absolute aanrader als je van een actieve vakantie houdt!
Pingback: Rondreis Slovenië